Auteur:
Ralf Beekveldt
Onderwijs dat meebeweegt
Ralfs Blog
03-Jun-2025
Auteur:
Ralf Beekveldt


Ze drentelde al een paar keer langs onze stand. Op een paar meter afstand, ze was duidelijk op haar hoede, wilde door ons niet aangesproken worden. Er lag een frons over haar gezicht. De trek van een zekere afkeur. Ik schatte haar in als een lerares, maar misschien was het een ambitieuze moeder. We waren op de Didacta: Europa’s grootste onderwijsbeurs, die ook dit jaar weer bezocht werd door zo'n 60.000 bezoekers, waarvan het grootste deel docent of leraar is. Maar er komen ook veel ouders van jongeren met leer- en leesproblemen.
Verreweg de meeste docenten die onze stands bezoeken zijn lovend, ze kennen ons en willen hun tevredenheid over onze boeken - enhet nut ervan - graag met ons delen. Wanneer ze ons nog niet kennen, is er steevast allereerst de emotie van blije verrassing. ‘Makkelijke boeken, ik wist niet dat er een uitgeverij is die zich daarin heeft gespecialiseerd. Net iets wat onze leerlingen nodig hebben. Wat een ontdekking!’
Deze docente was anders. Ze was wat ouder. En ze had iets op haar lever. Uiteindelijk schoof ze naderbij. ‘Wilt u een catalogus meenemen?’ Ik reikte er een aan. Ze negeerde mijn gebaar, liep stilzwijgend en keurend langs de boeken, pakte er een op en bladerde erin. Toen pas keek ze me aan. ‘Nee,’ zei ze gedecideerd, ‘die hoef ik niet. Uw boeken zijn niet geschikt voor onze leerlingen, ze zijn veel te laag van niveau. Zo leren ze nooit wat.’
Haar mond was een dun streepje, alsof ik haar zojuist beledigd had met mijn catalogus. Ik liet me niet uit het veld slaan. ‘Nou, fijn voor u,’ zei ik diplomatiek. ‘Dan bent u bij ons snel klaar.’ Met een breed gebaar wees ik op mijn omgeving, naar de vele stands van mijn collega’s: ‘Gelukkig zijn er veel andere uitgeverijen in deze hal die moeilijke boeken hebben.’
Ze negeerde mijn hint en bleef in onze boeken neuzen met een duidelijke behoefte om nog na te trappen. ‘Nee,’ zei ze, ‘hier begin ik echt niet aan.’ Ze keek nu haast walgend. ‘Zo is het einde zoek.’
Verrast maar ook nieuwsgierig naar de oorzaak van haar afwerende houding, richtte ik me weer tot haar. Ik wist dat ik me niet moest verleiden tot een discussie, maar raakte toch geprikkeld.
‘Daar denken veel scholen anders over', merkte ik op. ‘Werkelijk,’ zei ze scherp, ‘wat voor scholen dan?' ‘Nou, scholen voor jongeren met een leerachterstand bijvoorbeeld,’ zei ik, misschien iets te gretig.
Ze snoof. ‘Op zo’n school werk ik ook, maar hiermee ga ik mijn leerlingen echt niet lastigvallen. Die zijn hier te goed voor.’ Ze wierp een hoofdschuddende blik op de voorkant van een van onze bestsellers.
‘Dat moeten dan hoogbegaafde achterstandsscholieren zijn.’ Ik probeerde met een grapje de zaak in goede banen te leiden. Een escalatie leek op handen. Haar luide stem trok de aandacht van andere bezoekers. Iemand keek verstoord op.
Ze schudde haar hoofd, niet ontvankelijk voor mijn humor, of misschien zelfs humor in het algemeen. Met een diepe rimpel in het voorhoofd pakte ze nog een paar keer onze boeken op, keek me scherp aan met een blik alsof ik de baarlijke duivel zelf was en liep toen zuchtend weg.
Ik moest aan haar reactie denken toen ik onlangs de resultaten las van een Zweeds onderzoek naar de effecten van makkelijke boeken op het lezen. In dit geval bij het leren van een nieuwe taal. Gemonitord werd een groep leerlingen in Zweden die Duitse les kregen - Nederlands is geen schoolvak in Zweden. Had de inzet van jeugdliteratuur in vereenvoudigde vorm een positief effect op hun leescompetentie? Lukte het om zo de leerlingen minimaal op niveau A2 te laten lezen? Met een van onze titels als testboek werd een uitgebreid traject ingezet. Heel toevallig was dat testboek precies de bestseller die de docente met zoveel dedain in haar handen had genomen.
Het resultaat: bijna tweederde van de leerlingen kwam door hun A2-examen heen en van deze groep haalde negentig procent zelfs hetvolgende examen. Het was duidelijk dat alle leerlingen hun leesniveau markant verbeterd hadden, gemiddeld met een kwart bijna. Er was slechts één leerling die een minder resultaat had.
In een ander onderzoek, waarbij men op een gymnasium keek hoe je leerlingen die niet zo graag lazen en over het algemeen ook slechte cijfers voor taal hadden, kon stimuleren om eens vaker naar een boek te grijpen, bleek ook de meerwaarde van makkelijke boeken. Ook hier werd een van onze titels als testmateriaal gebruikt. En ook hier bleek het makkelijke boek de groep vaak over de leesdrempel heen te helpen.
Het werkt dus: makkelijke boeken inzetten voor het lees- en taalonderwijs. Leerlingen behalen betere resultaten. En niet onbelangrijk: niet alleen de leraren zijn daarvan overtuigd, maar ook de leerlingen zelf.
Toch, de vele onderzoeken ten spijt, de scepsis blijft soms hardnekkig. Zelfs in docentenkringen, met name bij oudere generaties. Het is een scepsis die gebaseerd is op het idee dat de grenzen in het onderwijs streng bewaakt moeten worden en dat de kleinste overtreding het begin van een ondergang betekent, het dalende pad van verloedering. Het remediërende - en het gebruik van makkelijke boeken in het leesonderwijs behoort daartoe - dient een uitzondering te blijven. Ik begrijp de goede bedoeling van dit principe, maar niettemin: het is een verloren strijd. Het gaat voorbij aan de definitieve stempel die maatschappelijke ontwikkelingen als migratie en de invloed van mobieltjes op het onderwijs van nu drukken. Welk 'helaas-gevoel’ men er ook bij heeft, er is geen weg meer terug. Ons onderwijs kan alleen meebewegen. Al het andere is mokken en dreinen.
Het is een culturele scepsis, die klonterig is en zich slecht laat oplossen. Een beter aanbod van vakliteratuur zou wellicht kunnen helpen. Ik vermoed dat dit ook zou werken voor die wantrouwende docente, toen op de Didacta.
Maar misschien was het gewoon toeval. Ik denk aan die ene eenzame leerling in het Zweedse onderzoek die, in tegenstelling tot al zijn medeleerlingen, juist minder goed presteerde door het makkelijke boek.
Wie weet had deze docente daar nou net een hele klas van vol.
Uitzonderingen bevestigen namelijk de regel.