Puck is pas vijf jaar, als ze met haar moeder intrekt bij 'Ome meneer'; een oudere man die in zijn eentje in een kapitale villa woont. Vanaf de eerste dag wordt Puck misbruikt door haar nieuwe stiefvader. Haar moeder is zwakbegaafd en heeft niks door. De signalen die Puck afgeeft worden niet herkend, ook niet op school. Tot haar dertiende houdt Puck haar mond.

Het bijzondere van Lieveling is dat van Kooten het heftige en waargebeurde verhaal van haar vriendin met humor weet te vertellen. Deze vriendin zei bij het verschijnen van het boek: 'Ik hoop dat mensen die dit boek lezen voortaan niet meer wegkijken als ze het vermoeden hebben dat er iets mis is.'

Meester Hofslot pakt Guusje vast.
‘Hou je mond. Naar buiten.’
Maar Guusje houdt haar mond niet.
Ze wijst naar mij. ‘
Ik weet wel waarom dat is!
Jij denkt dat niemand het weet, hè? Nou, ik wel.’
Ik krijg kippenvel. Dat kan ze niet weten.

Ik kijk naar meester Hofslot.
Hij duwt Guusje de deur uit.
‘Mijn moeder heeft het me verteld!’, schreeuwt Guusje.
Ik wil dat de school instort.
Dan kan niemand horen wat Guusje gaat zeggen.
‘Puck d’r moeder is een hoer!’
De klas zegt: ‘Ooooh!’
En meester Hofslot is woedend.
Ik weet niet wat een hoer is, maar ik ben heel erg opgelucht.