Bij de presentatie van Een soldaat in huis, het 65ste boek van Marian Hoefnagel, die bij Eenvoudig Communiceren haar 15-jarige jubileum als auteur viert, kozen wij voor een bijzondere locatie: een bunker die onderdeel is van de Stelling van Amsterdam.
Een soldaat in huis
Wij waren te gast bij het Crash Museum in Aalsmeerderbrug. Dat museum houdt de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog op een bijzondere manier in ere. Hier vindt u namelijk de wrakresten van neergeschoten Fokker TV en Bommenwerpers, die tijdens de meidagen in 1940 gebruikt werden om Nederland te verdedigen tegen de Duitse aanval. Maar ook vindt u hier een stukje geschiedenis over de onderduiking en het verzet in deze regio. Een aanrader voor scholen. En lees eerst Een soldaat in huis. Het verhaal begint met die vrijwel vergeten eerste 5 dagen dat we echt in oorlog met Duitsland waren, loopt dan door naar de eerste jaren van de bezetting tot aan de hongerwinter en de bevrijding. Alles verteld vanuit de beleving van de veertienjarige Chris, die niet alleen geconfronteerd wordt met de fysieke ontberingen van deze oorlog, maar ook met de innerlijke conflicten: een vader die in Duitsland werkt, en die erover denkt om lid te worden van de NSB...
In de lucht
Over de achtergronden van de oorlog met Duitsland gaf historicus Dick Weber een mooie presentatie. De kern van zijn verhaal: Nederland was totaal niet voorbereid op een oorlog, en al helemaal niet op een oorlog in de lucht. De jaren vóór mei 1940 was er zwaar bezuinigd op de luchtmacht, en de vraag naar militaire vliegtuigen was toen de omvang van Hitler ’s militaire apparaat duidelijk werd zo groot dat bestellingen niet gehonoreerd konden worden. Op Schiphol stonden in totaal 18 gevechtsvliegtuigen (als je een Fokker TV zo kunt noemen), die overigens wel allemaal ingezet zijn, met veel doden tot gevolg. Voor de bewoners in de omgeving van Schiphol was de oorlog een angstige periode, met veel bombardementen en luchtgevechten.
Lezen over de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de presentatie sprak directeur-uitgever Ralf Beekveldt over het waarom van boeken maken voor zwak lezende jongeren over de Tweede Wereldoorlog:
“Uitgeverij Eenvoudig Communiceren publiceert fictie over de Tweede Wereldoorlog vanuit de opvatting dat fictie een veel krachtiger middel is tot het overbrengen van gedachtengoed dan puur onderwijs; met name bij jongeren.
Inleven
Fictie biedt de mogelijkheid tot inleving en identificatie, het genereert emotie. Inleving en identificatie openen de mentale deur, waarna de emoties een uitstekend transportmiddel blijken voor de overdracht van een besef van dilemma’s, gedachten, waarden, normen. Dat is overigens geen ontdekking van ons; gedurende de mensheid heeft al ‘het verhaal’ altijd al de kracht gehad om betekenis en geschiedenis over te dragen. Fictie vervangt geen feiten, maar feiten blijken wel makkelijker over te dragen in fictie.
Leesbevordering voor zwakke lezers
Natuurlijk willen we met onze boeken ook gewoon zorgen voor een betere leesvaardigheid. Het lezen van boeken heeft een positief effect op de woordenschat, het leesbegrip en de technische leesvaardigheid. En bij zwakke lezers is dat het sterkst. Moedig hen dus aan om zelfstandig te lezen in hun vrije tijd. En help hen bij het vinden van aansprekende boeken op hun eigen niveau. Precies wat wij als Eenvoudig Communiceren doen. Leeskilometers maken, het is inmiddels een gevleugelde kreet geworden. Daar zou in geïnvesteerd moeten worden! Alleen dan voorkom je verdere verspreiding van de laaggeletterdheid.
Interview
Marian Hoefnagel vertelt in een interview op de site van de gemeente Haarlemmermeer o.a.: “Het is mei 1940. Zittend op het dak van het arbeidershuisje in het dorp waar hij woont, kijkt mijn vader naar de gevechten van de Nederlandse en Duitse luchtmacht boven hem.” Lees hier het hele artikel.