Door corona is Nederland op de schop: alles moet zo veel mogelijk vanuit huis. Voor het onderwijs is dit een enorme verandering. Lessen moeten digitaal gemaakt worden en leerlingen betrokken. Hoe ga je hier als docent op een praktijkschool mee om? We spreken Harma Amersfoort, docent op praktijkschool De Nieuwe Veste: “Het is niet alleen digitaal lessen klaarzetten, maar het is ook luisteren naar wat de leerlingen zeggen en misschien nog wel meer: heel goed horen wat ze niet zeggen.”

Nieuwe werkvormen
“De praktijkvakken zijn natuurlijk wat lastiger om online aan te bieden. Ik geef zelf zorg en welzijn. Ik heb contact met mijn zorg-groepje en probeer hen te stimuleren om thuis praktijkervaring op te doen: ’help mamma in huis’, ‘maak een filmpje van stofzuigen’, ‘maak een filmpje van koken’.. Maar je merkt toch dat dat voor onze doelgroep lastig is.

Op overige lessen (avovakken) zoals Nederlands en rekenen reageren de leerlingen juist weer heel positief! De meesten pakken het echt goed op. Alles moet digitaal en een gedeelte ook in een programma dat compleet nieuw was voor de leerlingen. Even waren we bang dat dat een struikelblok zou worden. Maar dat viel dus reuze mee! Wat dat betreft zijn we wel echt heel trots op onze leerlingen.

Mijn mentorklas vindt het heel vervelend om met elkaar, met de webcam aan een ‘conference call’ te doen. Ik vind dat ik dat als docent te accepteren heb. Dus ik bel nu gewoon privé met al mijn leerlingen. Ik heb alleen wel afgesproken dat we videobellen. Voor de totale beeldvorming.”

Flexibel zijn
"We moeten heel flexibel zijn per leerling: wat heeft hij of zij nodig, wat kan wel, wat kan niet. Daardoor moet ik ook heel flexibel zijn met mijn werktijden. Zo werd ik op zondagmiddag door een leerling gebeld. Ik vroeg hem of hij wel wist dat het zondag was? Ja dat wist hij, maar hij miste school en wilde even bellen. Op zo’n moment kun je er voor kiezen om heel halsstarrig vast te houden aan het feit dat het zondag is, maar ik denk dat dat in deze tijd niet kan.”

Vinger aan de pols
“Sommige leerlingen hebben het nu moeilijker dan anderen. Niet alle thuissituaties zijn even ideaal. Daarom bel ik met sommige van mijn leerlingen wat vaker. Om er ook op een andere manier voor ze te zijn. Niet alleen: ‘hoe gaat het met je huiswerk’, maar ook: ‘hoe gaat het met jou? Hoe ziet je dagritme eruit?’ Daar hebben sommigen echt sturing in nodig. Die gooien hun hele dag-nachtritme ondersteboven. Bij die gezinnen heb je ook contact met de ouders. Dan probeer je hen ook mee te nemen en te begeleiden.

Kijk, als je op een vmbo, havo of vwo school werkt, dan is jouw rol als docent voornamelijk kennisoverdracht. Maar als je er als docent voor kiest om in het praktijkonderwijs te werken, dan denk ik dat je je er al bewust van moet zijn dat jouw rol meer is dan alleen maar kennis overdragen. En in de huidige situatie merk je dat wat het werken in het Pro zo waardevol maakt, dat juist daarin veel meer energie gaat zitten. Die persoonlijke aandacht is juíst wat de leerlingen nu nodig hebben. Het is niet alleen digitaal lessen klaarzetten, maar het is ook goed luisteren naar wat ze zeggen en misschien nog wel meer heel goed horen wat ze nìet zeggen. Dat is nu denk ik ook de grootse uitdaging voor mij als docent. Om iedereen gezond te houden. Niet op het gebied van verkoudheid of griep, maar gezond tussen de oren. Daarom vind ik dat beeldbellen ook zo belangrijk. En zo’n leerling die op zondag belt, zegt natuurlijk al heel veel.”

25 jaar eenvoudig communiceren25 jaar Eenvoudig Communiceren
Dit jaar bestaat Eenvoudig Communiceren 25 jaar! Voor veel mensen zijn 'gewone' boeken veel te moeilijk. Daarom maakt uitgeverij Eenvoudig Communiceren romans en werkboeken in eenvoudig Nederlands. Door een eenvoudigere verhaalstructuur, kortere zinnen, grotere letters, eenvoudigere grammatica en makkelijkere woorden. Zo kunnen jongeren en volwassenen die moeite hebben met lezen opeens wél een boek uitlezen. Dat geeft zelfvertrouwen en brengt het plezier in lezen terug.

Volg Eenvoudig Communiceren via TwitterLinkedIn en Facebook