Waarom vereenvoudigen wij nog ‘klassiekers’, literatuur uit vervlogen tijden? Die vraag werd mij onlangs gesteld in een interview. Als we naar het slechte leesgedrag van jongeren kijken, die toch al zoveel moeite hebben om een boek op te pakken, moeten we ze dan lastigvallen met oude – lees: saaie – literatuur, wilde de interviewster weten. Kunnen we dat niet beter laten zitten? Is het niet beter om alleen boeken uit te brengen die bij jongeren in de smaak vallen? Boeken die ‘hip and trending’ zijn?

Het bracht een bekend vooroordeel naar boven: oude literatuur is enkel voor literatuurliefhebbers. Voor de rest hoort het thuis op stoffige planken in bibliotheken, in donkere hoeken van antiquariaten, in de boekenkast van grijzende senioren.

Romeo en Julia

Een beetje tegen het zere been bij mij. Ik struikelde vooral over het ‘laten zitten’. Over het idee dat literatuur van vroeger meteen muf is. Iets uit een andere tijd, waar we geen binding meer mee hebben, wat ons niet meer boeit: achterhaalde thema's, gepasseerde stations.

Jaarlijks hebben wij als uitgeverij enkele klassiekers in eenvoudige taal op ons programma staan. Dat doen wij uit overtuiging. Literatuur die de tand des tijds heeft doorstaan, heeft dat omdat zij iets zegt over ‘la condition humaine’. De grote schare mensen die bijvoorbeeld Shakespeare nog altijd lezen, doen dat niet omdat ze graag in oud papier snuffelen, maar omdat zijn theaterstukken nog altijd grote relevantie hebben voor het heden. Dat Romeo en Julia telkens opnieuw verfilmd wordt, of in een andere uitvoering wordt gebracht – denk aan West Side Story – is omdat het een weergaloze weergave is van een intermenselijk drama dat al zo oud is als de mensheid zelf: onmogelijke liefde die verstikt wordt in een vijandige omgeving. En dus brachten wij een vereenvoudigde versie uit.

Literatuur – moet ik zeggen: goede literatuur? – omspant vaak eeuwen; het heeft onverminderde actualiteit. Het veroudert niet. Literatuur gaat over mensen en menselijke betrekkingen en die zijn – hoe we tegenwoordig in onze vooruitgangsovermoed ook over de menselijke buigzaamheid denken – al duizenden jaren hetzelfde. Misschien dat voor de lezer van nu het decor en de aankleding wat onwennig overkomen, dat de personen in een ouder boek wat anders praten en reageren dan hij of zij gewend is, maar de kracht van de verhalen is er niet minder om. Overigens, juist ook dat decor is interessant, het laat zien hoe de tijdmachine is voortgerold. Wat de sporen zijn geweest die we achter hebben gelaten op weg naar het nu.

Arsène Lupin; gentleman-inbreker

We vermoeien jongeren niet met klassiekers, we verrijken ze. Precies wat ze verdienen. Want dat is waar het onderwijs voor dient. Vensters openen. Laten zien dat het leven altijd driedimensionaal is. Juist in deze tijd met haar soms wat eendimensionale moralisme is dat geen overbodige luxe. Daarbij kun je je afvragen of het pedagogisch zo uitdagend is om jonge mensen alleen maar leer- en leeskost voor te zetten die ze lekker vinden. Je laat ze tenslotte ook niet alleen pannenkoeken eten.

Een mooi voorbeeld van het opwaarderen van oudere literatuur is de hit van nu op Netflix, Lupin. Geweldige serie – met een schitterende Omar Sy in de hoofdrol – en gebaseerd op verhalen van ruim een eeuw geleden. Die hebben wij weer opgepakt en vereenvoudigd. Het resultaat verscheen kortgeleden. Het laat zien dat oude literatuur niet bestaat. Er is alleen maar literatuur.