Het ‘jongensprobleem’: elke bladzijde telt

25 jaar eenvoudig communicerenHet is alweer twee jaar geleden dat het laatste PISA-onderzoek werd gepubliceerd, maar de schrik zit er nog altijd goed in. Het was ook niet niks. Weet u het nog? Zoals het Expertisecentrum Nederlands het toen samenvatte: ‘De resultaten op het gebied van lezen zijn zorgwekkend. Leerlingen in Nederland scoren het laagst van alle landen op leesmotivatie, en het niveau van leesvaardigheid in ons land is ook gedaald, wat voor de meeste andere landen niet geldt. De 15-jarigen in Nederland scoren voor het eerst in 15 jaar lager dan gemiddeld in 15 andere EU-landen.’

Toe maar. Onmiddellijk na publicatie buitelden de bezorgde experts over elkaar heen: hoe kunnen we de neerwaartse trend van de ontlezing ombuigen? Ophef in de media, vragen in de Tweede Kamer, een minister die een verklaring deed uitgaan – het onderzoek deed zijn werk, het land was weer helemaal wakker. Niet lang daarna werd een Leesoffensief afgekondigd, dat overigens door corona een tijd op een laag pitje stond, maar dat kortgeleden weer voortvarend is opgepakt. Terecht, want met (potentieel) een kwart laaggeletterden onder onze jeugd gaan we de toekomst maar sombertjes tegemoet.

Hulde dus voor het Leesoffensief. Concreet zijn die plannen echter nog niet. Nog los van het feit dat de oorzaak van de ontlezingsellende slechts in een bijzin wordt aangestipt (digitalisering, concurrentie van andere vrijetijdsbesteding), blijven de lijnen waarnaar toegewerkt wordt voor onze jeugd wat vaag. En een paar concrete pijnpunten worden (politiek correct?) over het hoofd gezien. Zo blijft toch weer redelijk sub rosa, al is het oud nieuws, dat jongens het zoveel slechter doen dan meisjes. Zeker als het gaat om lezen en schrijven. Jongens lezen minder, vinden lezen minder belangrijk, vinden lezen vaak ‘een moetje’. Het staat stelselmatig onder aan hun lijst van bezigheden. Internet, muziek, gamen, de meeste jongens verkiezen het allemaal ver boven het lezen van een boek. Lezen is bah!

De sneeuw van MarsDat vraagt om nader onderzoek en harde cijfers. In Duitsland is dat al gedaan. Want ook in dat land zijn er tegenvallende resultaten op leesgebied bij de jeugd, en ook daar is er dat verschil tussen jongens en meisjes. De Berlijnse (inmiddels emeritus) professor Christine Garbe deed als literatuurwetenschapper aan de Universiteit van Keulen bijvoorbeeld onderzoek naar leesgedrag bij beide seksen. Haar conclusie: het leesgedrag van jongens is een probleem dat zich over de hele wereld afspeelt. In alle PISA-landenscores bereiken de meisjes hogere resultaten dan de jongens. In Duitsland is die voorsprong op een gegeven moment bijna een schooljaar.

Eind van de wereldZal het bij ons zoveel anders zijn? Waarschijnlijk niet. Dus er valt wel wat van het Garbe-onderzoek te leren. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de verschillen in leesgedrag al vroeg optreden. Eigenlijk al op de basisschool. Op de leeftijd van 8 jaar vinden vier op de tien jongens lezen nog een zinvolle bezigheid. Als ze 14 zijn, is dat nog maar een op de tien. Ter vergelijking: bij meisjes blijft het stabiel, en gaat het van zes op de tien naar vijf op de tien. Ook een achteruitgang, maar wel een relatief kleine.

Dat meisjes beter scoren, is daarom eenvoudig te verklaren. Ze lezen vaker, ze lezen langer, en ze vinden het belangrijker. En wie iets vaak doet, wordt er allengs beter in. Veel vaardigheden zijn gewoon een kwestie van frequent oefenen. Met lezen en schrijven is dat niet anders.

Zijn jongens dan hopeloos verloren? Nee, dat zou wat voorbarig zijn om te constateren. Er valt nog een wereld te winnen, als we ze maar stimuléren. Maar dan is het wel zaak om te kijken wat ze willen lezen en ze dat voor te schotelen. Dus vooral het lezen an sich – wat dan ook – te promoten, en dan maar een oogje dichtknijpen als de boeken in kwestie minder literair verantwoord zijn.

Breng me zijn hoofdWant ook daar keek Garbe naar. Wat lezen jongens graag? Non-fictie vooral, boeken over techniek, en als ze al voor fictie kiezen, dan graag fantasy. Dat zijn boeken die over het algemeen niet tot de ‘hoge cultuur’ gerekend worden. En daar ligt precies de uitdaging voor het onderwijs.

Want de meeste leerkrachten zijn erop gericht om leerlingen ‘iets mee te geven’. Dat is de aard van het beestje. Bij hun keuze voor klassikaal lezen, zullen zij daardoor vaak gaan voor ‘cultureel verantwoord’, voor jeugdliteratuur, voor boeken die prijzen gewonnen hebben. Boeken die meestal niet passen bij de leesinteresses van jongens. Tel daarbij op dat de meerderheid van leerkrachten in het primair onderwijs vrouw is, en de meeste mensen nu eenmaal intuïtief kiezen voor titels die hen zelf aanspreken en die zij waardevol vinden, en dan is duidelijk dat tussen vraag en aanbod vaak een flinke kier zit.

SchemerhuisWie het lezen bij jongens wil stimuleren, moet outside the box durven denken. En vooral over de drempel van het culturele denken durven stappen. Vergeet voor even het begrip ‘literair verantwoord’. Of pas dat toe op de helft van de klas, bij de meisjes. Voor jongens geldt voorlopig de noodverordening. En dat is: elke bladzijde telt.

Volg Eenvoudig Communiceren via TwitterLinkedIn en Facebook