Het is opvallend hoe snel een fenomeen als ChatGPT omarmd is de afgelopen tijd. Was het een jaar geleden nog vrijwel onbekend, nu al is het een van de meest gebruikte tools op internet. Iedereen probeert er zijn voordeel mee te doen.
Niet alleen in de communicatie van de media - die meer en meer uit nietszeggende, meelachtige berichten lijkt te bestaan - stuitert ChatGPT op ons af, maar ook in het dagelijks leven. Studenten schrijven er hun schoolverslagen mee en buitenlands onderzoek toonde aan dat de helft van de sollicitanten hun sollicitatiebrieven schrijft met gebruikmaking van dit hulpmiddel.
In de berichtgeving hierover heerst een zekere opgetogenheid. Kijk eens, hoe handig… Werkelijk? Niemand die zich afvraagt of dit wel wenselijk is? Dat het op deze manier creëren van rapporten, verslagen en brieven toch eigenlijk grenst aan een bedenkelijk soort gemakzucht. Dat het met name bij jonge mensen het nadenken en het vermogen tot gedachten formuleren zal uithollen en ondermijnen - vaardigheden die we in een complexe wereld steeds harder nodig hebben.
Hoe lang gaat het duren voordat er geprobeerd wordt examens op deze manier te maken? Het spieken 2.0. Met als maatschappelijk ongewenst resultaat een opleidingenstelsel dat in toenemende mate gebouwd is op een week moeras van falsificatie.
Inmiddels wordt er al druk gewerkt aan AI-scanners. Software die in staat is om die gemanipuleerde tekstproductie te herkennen, een soort internet leugendetectors. Ik vrees dat het een hulpmiddel is met een beperkte houdbaarheid. Onherroepelijk leert AI daar weer van, met als onontkoombaar gevolg een eeuwigdurend kat en muisspel tussen kunstmatige en echte menselijke teksten. Wat is echt, wat is niet echt - we zullen het na verloop van tijd niet meer weten.
Op mijn bureau zijn de eerste sollicitatiebrieven al terechtgekomen met een duidelijk AI-karakter. Ben ik als snelle directeur al in het bezit van zo’n scanner? Nee, niet nodig, ik herken ze vooralsnog ook zo wel. Het zijn standaardbrieven zonder kraak of smaak, met keurige opsommingen van een levensloop, met algemene kenmerken, meningen, ambities. Zelfs de opmerkingen over hobbies en ‘passies’ zien er gekunsteld uit.
Het zijn brieven die lezen als koude patat. De mens erachter is uitgegumd. Achter de regels doemt niet het gezicht van een persoon op, maar van een etalagepop. Bij mij gaan ze linea recta de papierbak in. Wie al niet de moeite neemt ‘iets echts’ op te schrijven, heeft op een uitgeverij niks te zoeken.