‘Nu Nederland nog!’
Dat was zo’n beetje de meest gehoorde reactie toen wij vorige week het bericht deelden dat Spass am Lesen Verlag, onze Duitse zuster-organisatie, één van de winnaars was van de prestigieuze Duitse Uitgevers Prijs.
De Duitse Uitgevers Prijs: een relatief jonge prijs waarmee de Duitse overheid aandacht wil vestigen op het belang van het boek en in het bijzonder de boeken in de Duitse taal. Dit jaar ging het vooral om diversiteit, eigenheid, onafhankelijkheid en inclusiviteit. Onze Duitse vestiging kreeg een van de prijzen, onder andere vanwege onze verdienste om de niet-lezer toch bij het lezen te betrekken door het innovatieve concept van het makkelijke boek.
Hier ten lande toverden we ook meteen een persbericht uit de hoge hoed. Want het winnen van die prijs leek ons relevant voor Nederland. Het Nederlandse Eenvoudig Communiceren is de bakermat van deze ontwikkeling in het buitenland. Spass am Lesen Verlag in Duitsland is niets anders dan een kopie van onze uitgeverij hier, die we daar met veel moeite hebben opgebouwd. Het leek ons nieuwswaardig dat in het naaste buurland de waardering en erkenning voor het makkelijke boek met een prijs was verzilverd waarmee ook de niet-lezende lezer bestaansrecht had gekregen.
Duitse zuster-uitgeverij wint belangrijke prijs. Zo luidde de kop van ons persbericht. We hadden ook kunnen kiezen voor: Nederlandse uitgever wint prestigieuze Duitse prijs, want dat klopte namelijk ook. Eerlijk gezegd hadden we nog even die overweging, maar dat vonden we toch te onbescheiden. Past niet bij ons, zeiden we tegen elkaar. Laten we niet overdrijven, men snapt het ook zo wel.
Misschien gokten we daarmee fout. Bescheidenheid is een sieraad dat door de tijd zijn glans heeft verloren.
Want alle reacties bleven uit. Van officiële zijde dan. Uit de gelederen van de doelgroep stroomden de felicitaties binnen, allemaal met de nadruk van zeer verdiend en Bravo!, en dus: nu Nederland nog! Maar vanuit de instanties die zich sinds jaar en dag met laaggeletterdheid bezighouden bleef - en blijft - het angstvallig stil. Zoals het eigenlijk al dertig jaar stil blijft.
Vreemd. Zo zijn we bijvoorbeeld al decennialang een Amsterdamse uitgeverij. Datzelfde Amsterdam probeert zich als leeshoofdstad van Nederland te profileren. Je zou zeggen dat men in gemeentelijke kringen met argusogen de ontwikkelingen bijhoudt in de eigen achtertuin. Dat men het leeslandschap in de grootstedelijke regio voortdurend scant op nieuwe ontwikkelingen. Dat men de eigen ‘grachtengordel’-uitgeverij die al dertig jaar tegen de klippen op boeken maakt voor niet-lezers natuurlijk allang in het vizier heeft, maar dat men alleen maar wacht totdat zich dé gelegenheid voordoet om de kurk uit de champagnefles te laten ploppen. Zoals het winnen van een prijs in het buitenland bijvoorbeeld.
Als Amsterdamse leesambtenaar zou ik het wel weten. Maar ook daarbuiten geldt: vanwaar deze radiostilte? Is het nog altijd die elitaire minachting voor het makkelijke boek? Eenvoudige boeken, dat is niet echt lezen - dat is het foute pad. Heeft het misschien te maken met ons eenzijdige beleid bij de Nederlandse leesbevordering, waar de regie in de handen is gelegd van een beperkt aantal partijen, die graag zelf in de schijnwerpers willen staan en het podium maar moeilijk kunnen delen? Of is alles wat in Duitsland plaatsvindt ons 'wurscht’? Misschien zijn we inmiddels zo gewend geraakt om ons te richten op de Angelsaksische cultuur, dat we vergeten dat ons buurland Duitsland op allerlei gebieden flinke stappen voorwaarts zet. Oók op het gebied van de laaggeletterdheid.
Merkwaardig is het wel. We stevenen als uitgeverij af op de verkoop van zo’n 100.000 boeken per jaar, binnen veel onderwijssoorten gelden we als vaste partner, we hebben van ons concept een succesvol exportproduct gemaakt, we winnen prijzen, en toch blijft het in dit land oorverdovend stil bij alles wat we doen.
Van officiële zijde dan.