Workshop NT1 ROC Mondriaan

Hoe krijg je volwassenen met negatieve leeservaringen toch aan het lezen? Daarover gaf Marianne begin december een workshop. Ongeveer 15 NT1-docenten van het ROC Mondriaan luisterden naar haar tips en tricks.

In de workshop legde Marianne uit hoe je lezen op een geleidelijke manier inzet. Ze beschrijft twee fases. In fase één ontdekt de cursist hoe verhalen een rol speelden in diens leven. Docent en cursist praten met elkaar over verhalen en stellen elkaar vragen. Wat is jouw favoriete verhaal? Welk verhaal vond jij als kind het mooiste? Ben jij vroeger voorgelezen? Door wie?

Tip: Geef iedereen die wil een kans om iets te vertellen en probeer altijd te vragen naar de raakvlakken met lezen. Om cursisten hun eigen ervaringen en verhalen te kunnen laten vertellen, heb je wel een veilige omgeving nodig. Die creëer je als docent zelf. Geen enkel antwoord is fout, alles wat jouw cursisten willen delen in aanloop naar het lezen is goed en waardevol. De bedoeling is, volwassen mensen zelfvertrouwen in lezen te geven. Ze houden wél van verhalen, en kunnen wél lezen, al is het via WhatsApp of FaceBook.

Tip: Geef iedereen die wil een kans om iets te vertellen en probeer altijd te vragen naar de raakvlakken met lezen. Om cursisten hun eigen ervaringen en verhalen te kunnen laten vertellen, heb je wel een veilige omgeving nodig. Die creëer je als docent zelf. Geen enkel antwoord is fout, alles wat jouw cursisten willen delen in aanloop naar het lezen is goed en waardevol. De bedoeling is, volwassen mensen zelfvertrouwen in lezen te geven. Ze houden wél van verhalen, en kunnen wél lezen, al is het via WhatApp of FaceBook.

De tweede fase in cursisten aan het lezen brengen, is het juiste boek op het juiste leesniveau aanreiken. Het werkt demotiverend voor cursisten die niet goed zijn in lezen om te moeten lezen in een te moeilijk boek. Daardoor dachten ze vaak: nu vind ik lezen stom. Begin dus met succeservaringen! Dat wil zeggen, laat cursisten beginnen met een makkelijk boek op of zelfs net onder hun leesniveau. Als iemand een boek uitleest, raakt-ie gemotiveerder om een volgend boek te pakken. Verder is het heel belangrijk dat boeken aansluiten bij de belevingswereld. Ook daarin kan Marianne per cursist veel persoonlijk advies geven.

Tip: Lees voor en laat de cursisten (zachtjes) hardop meelezen. De bedoeling hiervan is dat de lastige woorden meegenomen worden bij het hardop voorlezen door iedere cursist. Zo lees je een lastig woord, je hoort hoe het uitgesproken moet worden en je oefent dat zelf ook.

Ook de meeleesclub is kort aan de orde geweest. De docenten krijgen allemaal het Handboek 'Iedereen leest mee' én een exemplaar van de catalogus 2021. We hebben de rubriek titels voor volwassenen doorgenomen. Die staan op leesniveau ingedeeld.

Tip: Gebruik ook de pagina's lezen op thema uit de catalogus en zoek daar de meest geschikte titels uit voor jouw cursisten. De bedoeling is, dat je jouw cursisten wat beter leert kennen, zodat je ze boeken aan kunt reiken die boeien.

Veel cursisten van de docenten hebben leesniveau 1F, ook als ze eigenlijk al 2F moeten hebben. Verschillende factoren zijn hiervan de oorzaak. Soms is hun dyslexie nooit ontdekt. Of er zijn persoonlijke omstandigheden waardoor ze vroeg van school afgingen en geld voor de familie moesten verdienen. Dat kreeg dan de prioriteit boven onderwijs. Of er speelden familiesituaties waardoor de concentratie op school uitbleef. We denken vaak dat iedereen in Nederland naar school is geweest, maar toch is dit verre van waar. En dat blijkt wanneer deze groep opeens in de problemen komt bij het aangeven van de belasting, bij het internetten met de kinderen of bij het kiezen van de zorgverzekering. Lezen = zelfredzaamheid. Daarom schrijven we boeken voor elk leesniveau en elke leeftijd.